Rondje Europa (3): Bosnië & Herzegovina

In deze reeks doen we een toertje van heel Europa en stoppen we elke week bij een ander land dat we nu of vroeger op het songfestival mogen of mochten begroeten. Deze week stoppen we bij een land dat we na drie jaren van afwezigheid eindelijk weer mogen begroeten in 2016: Bosnië & Herzegovina.

In het begin

Bosnië & Herzegovina debuteerden op het songfestival van 1964 als onderdeel van Joegoslavië. Het was de 4de inzending voor het land en de enige keer dat het land laatst werd. Wat het nog erger maakte was dat folkzanger Sabahudin Kurt geen enkel punt wist binnen te halen. Bosnië & Herzegovina zouden nog driemaal een inzending voor Joegoslavië mogen leveren: in 1973, 1976 en 1981, maar hoger dan een 15de plaats geraakte Joegoslavië niet met de Bosnische inzendingen. 

Grootste successen

Bosnië & Herzegovina debuteerden als onafhankelijk land in 1993 op het songfestival Van Millstreet. Hoewel ze toen maar 15de werden, wisten zanger Fazla (foto) en zijn groep toch het grootste applaus van de avond te krijgen. Zij waren immers uit Sarajevo, dat toen nog oorlogsgebied was, moeten vluchten. Hun dirigent hadden ze op de startbaan moeten achterlaten.
Het eerste succes voor het Balkanland kwam er onverwacht in 1999. Zanger Hari Mata Hari werd gediskwalificeerd omdat zijn nummer “Starac i more” al ergens was uitgebracht. Dus mocht de succesvolle zanger, producer en muzikant Dino Merlin naar Jeruzalem. Hij nam de Franse zangeres Beatrice mee en samen brachten ze het opvallende “Putnici”, wat zoveel betekent als “Reizigers”. De speciale folkstijl van het nummer en het refrein, bestaande uit vervoegingen van Franse werkwoorden, deden het nummer op een onverwachte 7de plaats eindigen. Het zou de eerste en voorlopig enige keer zijn dat Bosnië & Herzegovina deels voor het Frans kozen op het songfestival.
Zanger Dino Merlin zou in 2011 zijn 7de plaats nog weten te verbeteren met de inzending “Love in rewind” die in Düsseldorf de 6de plaats wist te veroveren. 
Ook Hari Mata Hari (foto) zou een herkansing krijgen. In 2006 was hij weer van de partij en dit keer was er helemaal niets mis met het etnische “Lejla”. Meer nog: die inzending bezorgde Bosnië & Herzegovina hun hoogste score tot nu toe: een 3de plaats! Naast deze inzendingen wist het land nog drie keer de top 10 te halen: in 2004 haalde zanger Deen een 9de plaats, iets wat rockgroep Regina kon evenaren in 2009. Het jaar ervoor had de eigenzinnige zanger Laka ook al een 10de plaats bemachtigd voor zijn “Pokusaj” (“Probeer”), compleet met een eigenzinnige act waarbij o.a. de was werd opgehangen.

Grootste flops

Echt grote flops zijn er niet voor Bosnië & Herzegovina als onafhankelijk land. Zowel in 1998 als in 2000 moest het land van op de zijlijn toekijken omdat men toen keek naar het gemiddeld resultaat van de laatste vijf jaren en dat was toen niet hoog genoeg.
Sinds de invoering van de halve finale(s) hebben Bosnië & Herzegovina nooit een finale gemist. De andere Balkanlanden (vooral Kroatië en Slovenië) zijn ook redelijk gul met punten voor Bosnië & Herzegovina, maar ook Turkije deelde in het verleden al veel punten uit aan Bosnië & Herzegovina, dat bijna voor de helft uit moslims bestaat.  In 2013, 2014 en 2015 ontbrak het de nationale omroep helaas aan geld om een kandidaat naar de desbetreffende songfestivals te sturen.

Organisatie

Bosnië & Herzegovina mochten nog nooit een songfestival organiseren. Nochtans ging het festival al naar de Balkan. Toen Joegoslavië in 1989 zijn enige overwinning boekte op het festival, trok het liedjescircus het jaar nadien naar de Kroatische hoofdstad Zagreb. De winnende groep Riva was immers afkomstig uit Kroatië.  Na de opsplitsing van Joegoslavië wist enkel Servië het festival al te winnen. Vandaar ook dat het festival in 2008 neerstreek in de Servische (en vroegere Joegoslavische) hoofdstad Belgrado. Gezien de oorlogssituatie in de jaren ’90, de kosten van de heropbouw van het land en de recente financiële crisis is het misschien goed dat Bosnië & Herzegovina het festival nog niet moesten organiseren.

Toekomst

Na drie jaar afwezigheid hebben Bosnië & Herzegovina eindelijk weer de nodige fondsen en sponsors gevonden om voor een inzending te zorgen op het festival van 2016 in Stockholm. Zanger Deen (die zich in 2004 al met succes liet gaan “in the disco”) keert terug met aan zijn zijde zangeres Dalal Midhat-Talakić en celliste Ana Rucner. Zij werden intern gekozen om hun thuisland te vertegenwoordigen. Ze hebben ook hun nummer klaar maar dat wordt pas in februari voorgesteld. Hou eurosongland dus maar goed in de gaten voor meer nieuws!

Alle inzendingen van Bosnië & Herzegovina:



Volgende week: Turkije

Geef een reactie

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.