Rondje Europa (45): Estland

In deze reeks doen we een toertje van heel Europa en stoppen we elke week bij een ander land dat we nu of vroeger op het songfestival mogen of mochten begroeten. Het enige Baltische land dat we nog niet bezochten is aan de beurt: Estland!

In het begin
Afbeeldingsresultaat voor esc 1994 estoniaEstland maakte, samen met Litouwen, in 1994 zijn songfestivaldebuut. Helaas deden beide landen het toen rotslecht. In 1995 mochten beide landen dan ook niet meer meedoen. Litouwen zou wegblijven tot 1999, maar Estland keerde in 1996 bijzonder succesvol terug: Kaelakee hääl (Stem van de ketting) was een liefdesduet tussen Maarja Liis-Ilus en Ivo Linna over een ketting die de vrouw aan de man wil geven met haar stem erin, zodat hij haar altijd kan horen. Het nummer kreeg 94 punten en eindigde in de top 5. Dit was de eerste keer dat een ex-Sovietland zo hoog eindigde en voor Estland was dat nog maar het begin!

Grootste successen
Na het succes van 1996, mocht Maarja Liis-Ilus in 1997 de honeurs alleen waarnemen. Ook Keelatud maa (Verboden land) was een succes. Opnieuw eindigde ze bij de eerste 10, dit keer op plaats 8. Nadat ook Evelin Samuel en Camille met Diamond of night (Diamand van de nacht) in 1999 ook in de top 10 eindigden (6de plaats), bracht het nieuwe millennium Estland eindelijk kans op de overwinning. De bookmakers hadden het zwaar te pakken voor Once in a lifetime (Eens in je leven), de inzending in 2000 gebracht door de jonge zangeres Ines. Die moest uiteindelijk tevreden zijn met een 4de plaats, op dat ogenblik wel de hoogste Estse notering, maar dat record zou een jaar later verbroken worden door haar eigen lief!
Afbeeldingsresultaat voor esc 1994 estoniaTanel Padar had in 2000 al in het achtergrondkoortje gestaan van zijn toenmalig lief Ines, maar in 2001 mocht hij zelf aantreden in duo met Dave Benton, een zwarte zanger uit Aruba. Op voorhand was Everybody (Iedereen) nauwelijks getipt voor de winst, maar op de grote avond maakte het dansnummertje de songfestivaldroom helemaal waar.
Ines ging het jaar nadien weer meedoen, maar trok zich op het laatste moment terug. Voor het nummer Runaway (Loop weg) werd dan maar een beroep gedaan op de Zweedse Sahlene.  Hoewel niet iedereen gelukkig was met een Zweedse die voor Estland zong, was de respons in de zaal overweldigend en behaalde Estland in een thuismatch zijn tweede medaille op rij: Runaway werd 3de.
Sinds het songfestival over meedere avonden gespreid is, haalde Estland nog driemaal de top 10. De groep Urban Symphony was de eerste die erin slaagde in 2009 met Rändajad (Zwervers). Net zoals de winnaar dat jaar, Alexander Rybak, was de viool ook het centrum van dit nummer, dat verder ook nog cello’s toevoegde. De boodschap van het mystieke nummer was dat we uiteindelijk allemaal zwervers zijn. De boodschap en het nummer sloegen aan; Estland werd 6de.
Ott Lapland wist dat resultaat in 2012 te evenaren met Kuula (Luister). Eén van de schrijvers van die ballade was Stig Rästa. Hij zou in 2015 zelf voor de voorlopig laatste top 10-notering van Estland zorgen wanneer Goodbye to yesterday (Vaarwel aan gisteren), in duet met zangeres Elina Born, 7de werd.

Grootste flops
Gerelateerde afbeeldingDe komst van halve finales bracht geen succes voor Estland. Op 9 deelnames had Estland al 6 keer de top 10 gehaald voor 2004, maar in de periode 2004-2008 kon Estland zich vijf jaar op rij niet meer kwalificeren. Dit zou ook het geval zijn in 2010, 2014 en 2016. In 2014 hadden de bookmakers de kansen van Tanja nochtans bijzonder hoog ingeschat. Haar Amazing (Geweldig) combineerde een dansbaar nummer met een prachtige en intense choreografie. Helaas bleef de zangeres steken op een 12de plaats in haar halve finale. 
Stig Rästa mocht dan al twee top 10-hits op zijn actief hebben met Kuula en Goodbye to yesterday, het nummer Play (Speel) van Jüri Pootsmann kreeg in 2016 de rode lantaarn. Het zou de eerste keer zijn dat Estland laatste werd op een songfestival.

Organisatie
Estland organiseerde het songfestival eenmaal, in 2002, in hoofdstad Tallinn. Op voorhand had men wat schrik gehad dat een klein land als Estland de organisatie van een steeds groter wordend festival niet aankon, maar uiteindelijk deed de Estse TV, met steun van de regering, het voortreffelijk.

Toekomst
In Kiev zal een duo aantreden voor Estland. En beiden hebben al songfestivalervaring. Koit Toome deed mee aan het songfestival van 1998 in Birmingham. Hij werd toen 12de met Mere lapsed (Mensen van aan zee). Zijn zangpartner Laura Põldvere deed mee aan het songfestival in 2005. Zij was dus al eerder in Kiev. Ze was toen zangeres bij meisjesgroep Suntribe. Hun Let’s get loud (Laten we lawaai maken) geraakte toen niet in de finale. Als duo zingen Koit en Laura Verona, over een moeilijke relatie, zoals die van Romeo & Julia in de stad Verona. Auteur van het nummer, Sven Löhmus, heeft in het verleden al songfestivalsuccessen geboekt (bv. met Rändajad) maar zijn nummer in 2005 (Let’s get loud) geraakte dan weer niet in de finale. Of Verona de finale haalt, weten we op donderdag 11 mei 2017, wanneer Estland aantreedt in de tweede helft van de tweede halve finale.

Geef een reactie

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.