Het ABC van ESC (16): De P van Politiek.

In deze zomerse reeks passeren we alle letters van het alfabet om alles te weten te komen over het Eurovisiesongfestival. De P brengt ons vandaag bij politiek.
Eén van de doelstellingen van bij de start van het Eurovisiesongfestival, 60 jaar geleden, was dat het festival politiek neutraal zou zijn… Helaas blijkt in de geschiedenis van de liedjeswedstrijd dat er heel wat politieke strijd gevoerd is…
De eerste politieke protesten klonken al op het negende festival in 1964 in Kopenhagen. Portugal, onder dictatuur van Salazar, maakte toen zijn debuut. Door de komst van dit land groeide ook de kritiek op het fascistische buurland, het door Franco geregeerde Spanje. Omdat men rellen vreesde, werden toeschouwers bij het naar binnen gaan van de zaal gefouilleerd. Uiteindelijk zou er toch iemand een spandoek kunnen binnen smokkelen met een oproep tot boycot van beide dictators, maar beelden hebben we daar niet van. Het songfestival van 1964 is het enige waarvan de beelden niet bewaard bleven.
Wanneer Spanje in 1968 het songfestival wint en dus een jaar later het liedjesfestival mag presenteren, blijft Oostenrijk uit protest thuis. Nochtans had Oostenrijk Spanje het jaar voordien punten gegeven en dus mee voor de Spaanse overwinning gezorgd. Er gaan wel geruchten dat bepaalde juryleden omgekocht waren, maar uiteindelijk bracht de Spaanse TV een mooie show en kwam Spanje er mooi  uit.
Wanneer Israël in 1973 zijn debuut maakt op het songfestival, is dat vooral omdat het land totaal geïsoleerd is geraakt in het Midden-Oosten. Omdat er bij de Olympische Spelen in 1972 Israëlische spelers gedood zijn, zorgt de komst van Israël ook meteen voor een reeks heel strenge veiligheidsmaatregelen. De Israëlische zangeres zou zelfs de hele tijd een kogelvrije vest gedragen hebben onder haar gedecolleteerd kleed. Maar Israël doet het goed op het songfestival. Toch bij de Europese landen. In Jordanië wordt de uitzending van 1978 afgebroken wanneer blijkt dat Israël gaat winnen (daar denken ze dat België de uitzending won), Turkije is er niet bij in 1979 (wanneer het festival in Jeruzalem wordt georganiseerd), Marokko doet enkel in 1980 mee (wanneer Israël er niet bij was) en zelfs recent, in 2005, trekt Libanon zich heel laat terug van het festival omdat ze het optreden van de Israëlische kandidaat niet willen uitzenden.
De komst van Turkije op het Eurovisiesongfestival in 1975 wordt niet goed onthaald door Griekenland dat meteen thuisblijft. Turkije had in 1974 een deel van Cyprus bezet om de Turkse minderheid te beschermen tegen de Griekse overheersing. Tot vandaag blijft Cyprus een verdeeld land. Het zou duren tot 1988 vooraleer er punten van Turkije naar Griekenland gaan. Omgekeerd zouden de eerste punten pas in 1997 komen. Het Griekse deel van Cyprus, dat in 1981 zijn debuut maakte, zou pas punten geven aan Turkije in 2003 en mee zorgen voor de eerste Turkse overwinning.
Een paar maanden nadat Oekraïne het songfestival van 2004 won, breekt in het land de Oranje Revolutie uit. Als gastheer wil het land een jaar later president Joesjtsjenko bezingen in zijn inzending. De EBU grijpt in… Het gekozen lied mag, maar de naam van de president moet eruit.  
“We don’t wanna put in” is de titel van het discolied van Georgië in 2009 op het songfestival in Moskou. Het was een duidelijke boodschap van Georgië aan Rusland: wij willen Poetin zijn bemoeienissen niet. De EBU grijpt in, maar Georgië wil zijn lied niet veranderen en wordt gediskwalificeerd.
Armenië en Azerbeidzjan zijn buurlanden, maar zeker geen vrienden. Het gebied Nagorno-Karabach wordt vooral door Armeniërs bewoond, maar Stalin had het in 1923 aan Azerbeidzjan toegewezen. Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, zorgt dat meteen voor een burgeroorlog tussen Armenië, dat zeer christelijk is, en Azerbeidzjan, dat moslim is. Azerbeidzjan krijgt steun van Turkije; Armenië van Rusland. Hoewel Nagorno-Karabach zijn onafhankelijkheid uitriep, werd het gebied vanaf 1993 bezet door Armenië. Wanneer Armenië zijn debuut maakt op het songfestival in 2006, is dat met zanger André, afkomstig van Nagorno-Karabach. Onmiddellijk wil Azerbeidzjan ook bij de EBU en maakt het land twee jaar later zijn debuut. Sindsdien zijn er verschillende pesterijen tussen beide landen geweest. Beelden van Nagorno-Karabach die in introductiefilmpjes van Armenië worden getoond, mensen uit Azerbeidzjan die ondervraagd worden door de politie als ze durven televoten voor het gehate buurland, … Wanneer Azerbeidzjan in 2012 het songfestival mag organiseren, blijft Armenië weg. Ze moeten het festival wel uitzenden, maar tijdens het optreden van de kandidaat van Azerbeidzjan praten de Armeense commentatoren gewoon verder, het hele lied lang…
Het Eurovisiesongfestival mag dan wel politiek neutraal genoemd worden; in de praktijk zien we iets helemaal anders… Maar dat maakt het voor ons wel nog boeiender, neen?

Geef een reactie

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.